Click logo for website!

vrijdag 26 maart 2010

What’s in a name?

Hoop op betere tijden weet zich soms op bijzondere wijze te manifesteren.

In de huidige tijd is het moeilijk om als onderneming de juiste toon te vinden die aanslaat. Zeker bij een publiek waar een almaar groeiend gevoel van ongerustheid over de nabije toekomst bestaat. Vreemd genoeg zijn we, historisch gezien, bezig ons op te werken naar een groter gevoel van optimisme en zelfvertrouwen. Althans zo spreken de grafieken. (o.a. Angstgolven theorie Prof. Gaus)

Waarschijnlijk volgens diezelfde grafieken wordt een groeiend aantal nieuwe ondernemingen geadviseerd vooral luchthartig en vrolijk van toon te zijn. Het meest duidelijk komt dat terug in de jolige klank van nieuwe merknamen.

Ditzo/Datzo, Oxxio, Ziggo, Zonzoo, Tjingo. Tralalie tralala, de zon schijnt en de wereld wordt alsmaar groener. Is het naïef of visionair? Ik hoop het laatste maar eigenlijk ook weer niet. We waren al op weg geholpen door uitdagende namen als Yahoo, Google en YouTube welke reeds gemeengoed zijn geworden. Maar het klinkt op één of andere manier geloofwaardig. Wellicht dat er toch een verband moet bestaan tussen de naam en het product of dienst. Of beter nog, dat de merknaam een visie of ambitie uitdraagt.

Maar hoe zit het dan met namen als Apple, Orange, Virgin, Hyves, Facebook en recentelijk Brand New Day? Het blijkt dat veel van deze namen zijn ontstaan vanuit een sterke eigen visie, filosofie of ambitie. Ze zijn een statement over of een reactie op bestaande dogma’s. En daarin schuilt de kracht. Bij eerder genoemde voorbeelden lijkt het vooral te gaan om het ‘gek en anders’ zijn.

Ik besef me dat we zo langzamerhand uitgespeld raken met slechts 26 letters in het alfabet en dat de drang naar vernieuwing groot is. Maar ik hoop dat het niet al te veel van dit soort vrijblijvende blijheid wordt, want ik wil als consument ook een beetje serieus genomen worden. Al is het maar voor het gevoel.

Ype Jorna

Nog meer voorbeelden van ‘vrolijke’ namen, reageer!

maandag 8 maart 2010

Feest der Erkenning.


Voor dit jaar zijn de Oscars weer uitgereikt. Veel verwachte onverwachte winnaars. Avatar niet, The Hurt Locker wel. Eigenlijk zoals het elk jaar gaat. In eigen land was de Zilveren Harp een opvallende vakprijs waarbij Gerard Joling met de eer streek. Hoewel het hem niet gegund werd door Eric van Tijn. En afgelopen week zijn de Lampen van de ADCN vastgesteld.

Erkenning van een vakjury is voor vakmensen het hoogst haalbare. En zoals bij alle wedstrijden een bron van geluk en ergernis. De vraag is elke keer weer, is het een rationele afweging langs vooraf bepaalde parameters waarop beslist wordt welke inzending het meest tot voorbeeld van het vak dient ? Of is het een emotioneel casino van de ego’s ? Waarbij het recht van de sterkste geldt ? Die vraag zal elk jurylid verschillend beantwoorden en daarom komen we er waarschijnlijk nooit uit.

Wat blijft is die onweerstaanbare glans van de erkenning waar elk prijzenfestijn zijn bestaansrecht aan ontleend. En ongeacht de motivatie, diegene die met de prijs in de hand het feestgedruis betreedt, voelt zich voor even de koning van het vak. En terecht want we leven in een wereld van presteren en vergeten maar al te vaak om ook af een toe eens een complimentje uit te delen. Je kunt stellen dat van de genomineerden uiteindelijk de meeste teleurgesteld zullen zijn. Maar de overwinning smaakt juist daardoor zoet als suiker.

Eerbied en respect voor de juryleden, want die doen het nooit goed. Behalve dan dat ze inmiddels een reputatie hebben die ze boven de partijen plaatst. En dat is dan weer een eer op zich. Als we geen mensen meer als jury zouden wensen verliest het ook zijn menselijkheid en emotie. Dan is geen enkele prijs meer de moeite waard.

Dus laten we eerlijk zijn, ook al zet Avatar 200 miljoen om, de Oscar is voor Kathryn Bigelow voor The Hurt Locker toch wel erg lekker en egostrelend. En daar doe je het voor.

Ype Jorna